Hij doet de deur open waar zijn naam opstaat en doet hem dan dicht. Hij wilt niet dat iemand langsloopt om even 'gezellig voor een praatje of een kijkje te nemen'. Dat is iets wat hij haat.
Peter komt zijn kamer binnen lopen en kijkt goed rond. Ergens hebben ze wel goed werk verricht, dit zou precies zijn smaak voor de inrichting van een kamer zijn. Hij loopt met grote passen naar zijn bed toe en dumpt daar zijn tassen op, vervolgens haalt hij er een naald uit. Met dat hij dit in zijn arm doet kijkt hij eventjes de andere kant op en de pijn schiet er geen eens meer bij hem binnen. Hij is dit leventje ondertussen zo gewend dat hij er niets meer van merkt. De pijn kan hem geen ene moer meer schelen. Zijn hart begint sneller te kloppen en met dat het snel gebeurd is laat hij de naald op de grond vallen en blijft eventjes stilletjes op de grond zitten tegen de muur aan. Hij trekt zijn benen op en het wazige gevoel neemt beslag van zijn hoofd en hele lichaam. Het is een heerlijk gevoel. Hij denkt nergens meer aan.
Met dat de minuten verstrijken denkt hij weer aan het gala. 'Oh shit, natuurlijk.' Langzaam staat hij op en leunt even tegen de muur aan. Hij voelt zich duizelig. Niet dat het door de coke komt, nee; dit komt door het slechte slapen en niet eten. Of het kan ook door de coke komen.. Niet dat Peter weet in iedergeval.
Als de duizeligheid voorbij is rukt hij er een pak tevoorschijn en een masker. Dat ik dit echt doe is niet te geloven.. Een masker? Kom op zeg. Nu loopt Peter op zijn dode gemakje naar de badkamer toe en zet de douche aan. Zijn kleding hangt hij om het hek en de handdoek gooit hij om het rek van waar de douchegordijnen aanhangen. Het stromende water begint al een beetje op temperatuur te komen en Peter heeft ondertussen de deur al op slot gedaan. Niet dat er iemand al binnen kon komen, want zijn kamerdeur is ook op slot maar toch.. Je weet maar nooit.
Nadat Peter klaar is met douchen en zich heeft afgedroogd trekt hij zijn pak aan en doet zijn masker op. 'Oké. Klaar om te gaan.' Zegt hij meer tegen zichzelf dan iemand anders. Gaat ook een beetje moeilijk, want er is niemand. Peter kan het toch niets schelen. Hij heeft zich immers altijd eenzaam en alleen gevoeld, zelfs toen er zoveel mensen om hem heen stonden.
De spullen laat hij zo achter hoe hij ze heeft neergegooid en hij doet de deur achter zich dicht. Of nou ja, hij gooit hem meer achter zichzelf dicht. Dat de mensen in dit huis er nog steeds geen last van hebben gehad of even een kijkje kwamen nemen wie dat nou zou zijn die telkens met die deuren gooide, verbaasde hem. Hij heeft zijn sigaretten bij zich en zijn muziek, dat is alles wat hij nodig heeft als hij misschien toch nog naar een rustig plekje toe wilt. 'Goed, en waar is die gala..' Vroeg hij zichzelf af, terwijl hij naar de trap toe liep.
Masker & Smoking.